PREMIUM 2025

Our senses are a major, but often unconscious, part of our everyday experiences. Over the last five months, six Maastricht University PREMIUM honors students were faced with a research question: “How can we use embodied knowledge of the senses in a workspace?”. The students first explored their own sensory experience through various exercises, such as tasting food blindfolded (try it out yourself!) or mapping their own work stations. The team further talked to other students about their interpretation of senses at work, and finally designed and facilitated their own workshop idea focused on 3 exercises:

1.Mapping the senses: Asking guests to first visualise and sketch out the Marres garden, and then their typical workspace. Then writing down words to describe elements they could touch, taste, and smell.

2.‘Feeling’ the workspace: Asking guests to shape out sensory adjectives with clay. How would a specific smell, taste, or touch look? The exercise encouraged guests to think abstractly about forming sensory words in unusual ways.

3.Guessing the workspace: Guests had to use their sense of smell to guess the contents of different vials. Then think critically if they can relate those scents to their or other’s workspaces.

The workshop was held on a beautiful sunny day at the Marres gardens, and hopefully every attendee left with a little more insight into what senses they may observe on a next work Monday. As for the PREMIUM students – it was an unforgettable experience to join team Marres!

Premium team: Sonia Pawlowska, Lili Graef, Alex Gropius, Kyra de Haan, Liz Fullwood, Niloofar Seifi

Images: Nikita Dyatlov

Het Premium programma is een samenwerking tussen Marres en de Universiteit van Maastricht

Taalcafé bij Marres

Op dinsdag 10 juni was Marres onderdeel van het Activeringsprogramma Inburgering van de gemeente Maastricht. Een groep nieuwe Maastrichtenaren maakt via dit programma kennis met initiatieven op het gebied van sport, cultuur, en participatie. In een programma van 10 weken leren volwassen inburgeraars elkaar kennen, ondernemen ze verschillende culturele en sportieve activiteiten en gaan ze actief aan de slag met de Nederlandse taal. 

We begonnen de dag met een kop koffie bij de receptie van Marres. Ik vertelde over het gebouw, introduceerde de tentoonstelling en besprak een aantal woorden die de rest van de ochtend vaker terug zouden komen, zoals thuis, kunstenaar, schilderij, museum, droom, nachtmerrie, gemeenschap, chaos en liefde. Tijdens de rondleiding benadrukte ik deze woorden en refereerde ik terug naar het papieren ‘woordenboek’ dat ik voor de deelnemers had uitgeprint. Dit was een fijn hulpmiddel om op terug te vallen. Ook waren er twee vertalers aanwezig die de inburgeraars hielpen tijdens de rondleiding. Er werd enthousiast gereageerd op de tentoonstelling, het werk sprak erg aan en er werd met veel interesse geluisterd naar wat ik vertelde. Als afsluiting van de rondleiding nam ik de deelnemers mee naar de ruimte met alle wandschilderingen. Hier vroeg ik ze om een afbeelding van thuis op de muren te tekenen. Iedereen vertelde vervolgens wat ze gemaakt hadden en oefende op deze manier met Nederlandse woorden. Er kwamen mooie, pijnlijke, verdrietige, maar ook liefdevolle verhalen naar boven en een aantal deelnemers waren diep geraakt door de opdracht. 

Vervolgens was er een pauzemoment in de tuin. De tuin was voor velen het spektakelstuk, de fruitbomen die in volle bloei stonden, de verschillende geuren die je kon ruiken en de zon die alles net nog een stukje groener deed lijken. 

Vervolgens gaf ik de deelnemers de opdracht om een alter-ego te bedenken en om daarbij gebruik te maken van oude tijdschriften, stiften, en de woorden uit het uitgeprinte ‘woordenboek.’ Het leuke aan de opdracht was om te zien hoe de deelnemers nieuwe woorden aan mij vroegen en opzochten om zo een compleet alter-ego te kunnen creëren. Er ontstond meer dialoog en de opdracht was daardoor een mooie afsluiter van een inspirerend programma. 

Tekst en afbeeldingen: Bibice Piets

Bezoek: 10 juni 2025

Marres x Toorop Mavo Rotterdam

Op een warme donderdag brachten de leerlingen van Toorop Mavo een bezoek aan Marres. De klas was speciaal vanuit Rotterdam afgereisd naar Zuid-Limburg voor hun studiereis. De leerlingen arriveerden, vermoeid van de indrukken van de dag ervoor, bij Marres. Hier ontvingen wij ze in de zonnige tuin en maakten we de groep enthousiast voor het programma.  

Voor mijzelf was dit ook de eerste keer dat ik een groep door het huis mocht begeleiden. Met gezonde spanning nam ik mijn deel van de groep mee naar de kamer van de muurschilderingen. Hier kregen ze de opdracht om net zoals de werken van Alejandro Galván, een muurschildering te maken die hun ‘thuis’ verbeeld.

Je zag de leerlingen na mijn uitleg eerst goed nadenken en nog eens goed naar de muur kijken die al vol stond met tekeningen van voorgaande groepen. Vervolgens pakten ze de benodigde stiften en begonnen hun designs uit te werken. Een van de leerlingen vertelde dat hij er erg naar uitkeek om deze zomer weer naar de bergen in Oostenrijk te gaan. Dat was voor hem een van de weinige plekken waar hij echt tot rust kon komen en dus tekende hij een postkaartje van de bergen die hij ging bezoeken. Ook waren er leerlingen die hun gemak vonden in de doodle’s van verschillende monsterlijke wezens die ze altijd maken in hun wiskundeschriften. De muurtekening van deze wezens leek op een soort alternatief familieportret, wat het een mooie invulling van de opdracht maakte.

Ik vond deze dag een mooie start van mijn tijd bij Marres. De samenwerking met de andere gidsen verliep heel soepel. Tijdens de lunch was het fijn om de ervaringen van de ander gidsen te horen. Hierdoor kon ik mijn onderdeel weer gedeeltelijk aanpassen zodat het net wat beter aansloot bij het programma. Daarnaast was de gezamenlijke lunch ook een fijne laagdrempelige manier om de rest van het team te leren kennen.

De opdracht van de muurschilderingen vind ik heel mooi omdat het duidelijk laat zien wat voor iedere leerling belangrijk is.

Tekst: Tom Alink

Bezoek: 12 Juni 2025

Heidag Marres Educatie – Van Abbe Museum

Op woensdag 4 Juni ging het educatieteam van Marres op excursie naar het Van Abbe Museum. We begonnen de dag met een presentatie van Farah Wilbers over de geschiedenis, toekomst en visie van de educatieafdeling van Marres. Verdeeld over twee groepen maakten we een mindmap over de kenmerken van Marres educatie, hoe kijken wij als educatiemedewerkers naar onze werkwijze? Woorden als toegankelijkheid, verbinding, experiment, procesgericht, beleving, zintuigelijk en onconventioneel kwamen regelmatig terug tijdens deze bespreking. 

Vervolgens kregen we een voorproefje van het educatie programma gemaakt door Yala Claessens voor het najaar. Dit programma is gebaseerd op de tentoonstellingen die er dan in Marres zullen zijn, zoals van performancekunstenaar Amparo González Sola. Het was fijn om alvast een voorproefje te krijgen van het nieuwe programma zodat we weten wat ons binnenkort te wachten staat. De opdrachten sluiten mooi aan op thema’s die spelen onder jongeren, zoals het gebruik van sociale media en de (onbewuste) impact dit heeft op onze emotionele, fysieke en mentale toestand. Reflecteren op bekende reels en de snelheid waarmee we verschillende video’s consumeren was productief. Het was een speelse manier om na te denken over zowel de positieve als de negatieve kanten van ons telefoongebruik. Ook de opdracht die dieper ingaat op de betekenis van emoji’s en wanneer we welke gebruiken zorgde voor grappige interacties, maar ook af en toe voor onbegrip. Een mooie spiegel voor sociale media en de hoe we op verschillende platforms met elkaar communiceren. 

Bij Marres staat experiment voorop, zetten we leerlingen aan het werk en gaat het om de verbinding opzoeken met jezelf, de mensen om je heen en de wereld in het algemeen.

 Het volgende onderdeel op de planning was een zintuigelijke rondleiding door het Van Abbe Museum. Onze rondleider was zeer kundig en had veel kennis over de geschiedenis van het museum, de kunstwerken en bijbehorende kunststromingen, en de maatschappelijke vraagstukken waar het museum zich momenteel over bukt. Het was bijzonder om eens aan de andere kant te staan, te ervaren hoe het is om door een museum meegenomen te worden en om te zien hoe verschillend iedereen dit aanvliegt én op reageert. Een belangrijk inzicht wat ik heb opgedaan is hoe uniek de werkwijze van Marres is en welke ‘vrijheden’ we hebben omdat het geen traditionele kunstinstelling is. Bij Marres staat experiment voorop, zetten we leerlingen aan het werk en gaat het om de verbinding opzoeken met jezelf, de mensen om je heen en de wereld in het algemeen. De fysieke benadering ervaar ik als zeer zinvol en voegt echt wat toe aan de (kunst)beleving van jongeren. 

Ik vond het een gezellige, inspirerende, maar bovenal verbindende dag die ervoor heeft gezorgd dat we met frisse energie het komende jaar aan de slag kunnen. 

Tekst: Bibice Piets

Afbeeldingen: Farah Wilbers

Wetenschappelijk onderzoek toegankelijk maken voor jongeren: hoe pak je dit aan?

Op 26 mei gaf ik bij Marres een workshop voor onderzoekers die hun werk op een toegankelijke manier met kinderen willen delen. We begonnen met brooddeeg kneden en broodverhalen delen – een persoonlijke oefening om te laten zien hoe een alledaags vertrekpunt helpt bij het vertellen van complexe thema’s.

Daarna stapten de onderzoekers in de rol van leerling. Ze kozen materialen, lieten zich leiden door vorm en functie, en bouwden een eigen object of gebouw, gebaseerd op hun onderzoek, een ervaring of een utopie. Ze analyseerden hun ontwerp: Hoe heet het? Wat doet het? Waar zou het van gemaakt zijn?

In kleine groepen werkten ze vervolgens aan een activiteit rond hun eigen onderzoek. Ze bedachten manieren om thema’s als identiteit, rechtvaardigheid of migratie begrijpelijk te maken voor kinderen van 6 tot 12 jaar – via spel, verbeelding en gesprek.

Wat ik meeneem van deze middag: onderzoekers willen graag in gesprek met jonge doelgroepen, maar missen soms houvast om dat op een speelse, begrijpelijke manier te doen. Deze workshop bood dat – niet door het onderzoek te versimpelen, maar juist door ruimte te maken voor verbeelding, creativiteit en betrokkenheid.

Tekst: Farah Wilbers

Rijke Schooldag – El Habib

In het kader van de Rijke Schooldag werd Marres gevraagd om een workshopreeks te verzorgen rondom het thema culturele identiteit. El Habib vond het voornamelijk erg belangrijk dat we in gesprek zouden gaan met de leerlingen. Het thema culturele identiteit sluit goed aan op de tentoonstelling Vultures & Fireflies bij Marres. Het thema ‘thuis’ is hier onder andere een groot onderdeel van en dat was een goede manier om het gesprek over culturele identiteit in gang te zetten. 

Aan de hand van het Onzichtbare Collectie verhaal #75 Pantitlan Paradero over het werk van Alejandro Galván en ingesproken door Eline Willaert, reflecteerden leerlingen op de vraag wat thuis voor hen betekent. Is er een specifieke plek die belangrijk voor hen is? Wat zijn de geuren, kleuren, geluiden die thuis typeren? Al luisterend naar het verhaal maakten de leerlingen aantekeningen en een snelle schets hoe ze dachten dat het werk eruit zou zien. Vervolgens gingen leerlingen hun eigen thuis visualiseren, voor sommigen was dit een plek of object, voor anderen een persoon of gevoel. Aan het einde van de eerste les werd aan de leerlingen gevraagd om een object van thuis mee te nemen dat belangrijk voor ze is. 

De tweede les stond in het teken van zintuigelijke ontdekking en objectanalyse. We begonnen de les met een korte bewegingsoefening waar de leerlingen moesten reageren op vragen als: is het gebruikelijk om bij jou thuis de schoenen uit te doen? Hoeveel broers en zussen heb je? Vervolgens werd de klas in tweeën verdeeld en begon het zintuigelijk materiaalonderzoek. Er lagen steeds andere materialen onder een kleedje en de leerlingen mochten enkel voelen en aan de rest van de groep beschrijven wat ze ervaarden. Daarnaast moesten ze ook nadenken waar ze het materiaal in de klas terug konden vinden. We sloten de les af met een gesprek over de objecten die de leerlingen van thuis hadden meegenomen. 

De laatste twee lessen bestonden uit het maken van een persoonlijk amulet. Om de leerlingen op gang te helpen begonnen we met een groepsgesprek rondom de vragen: wanneer ben je het meest jezelf? Hoe zou je jezelf omschrijven aan iemand die je niet kent? Wat zijn belangrijke ervaringen voor jou? Wat doe je graag in je vrije tijd? Welke mensen zijn belangrijk voor jou? Met deze vragen in gedachten begonnen de leerlingen aan het ontwerp van hun amulet. Ze gebruikten de inzichten uit het gesprek om verschillende symbolen en materialen te kiezen die hun identiteit vertegenwoordigen. Stof, karton, lint, touw, stiften, naald en draad, bedeltjes, van alles werd gebruikt om de amuletten in elkaar te zetten. De leerlingen hebben prachtige amuletten gemaakt en in de reflectie van hun amulet kwamen zeer inspirerende verhalen naar boven. Zo had een leerling een ster verwerkt in zijn amulet omdat dat het hem deed denken aan een moment dat hij met zijn familie naar de sterren had gekeken. Het was erg mooi om te horen hoe de leerlingen zo open vertelden over hun ervaringen en de amuletten waren prachtig.

Tekst: Bibice Piets, Afbeeldingen: Dagmar van Wersch en Farah Wilbers

(Extern) Bezoek: 7/4 – 14/4 – 12/5 – 19/5 2025

Marres x Fontys Empower

Richting het einde van het studiejaar 2024-2025 is Marres benaderd om workshops te geven aan studenten van Fontys Hogeschool Eindhoven en Tilburg. Het ging hierbij om een groep studenten die niet (meer) zeker zijn over hun studiekeuze en vanuit Fontys handvaten ter (her)oriëntatie aangeboden kregen. Onderdeel van dit aanbod waren drie workshops gegeven door Marres-docenten: Het Broodverhaal (Dagmar van Wersch), De Onzichtbare Collectie (Bibice Piets) en Sensory Mapping door mijzelf. Alle studenten hebben deelgenomen aan alle workshops.

Voor Sensory Mapping nam ik de studenten op die zonnige dag mee naar buiten; ze namen deel in groepen van 10-15 personen. Op de Fontys Campus in Eindhoven bevindt zich tussen de gebouwen een natuurrijke binnenplaats met bomen, perken en veel mogelijkheden om je samen of alleen terug te trekken. Hier kregen de studenten de opdracht om, zonder woorden te gebruiken, in kaart te brengen wat ze in die omgeving zintuiglijk waarnamen. De vraag was om voor geur, geluid, voelen en zien minstens één ding uit de omgeving op te nemen in de sensory map. Ze werden gestimuleerd om vooral niet meteen van het visuele uit te gaan, maar te beginnen door de ogen te sluiten. Wat neem je dan nog waar van je omgeving?

De studenten konden gebruik maken van papier, stiften en vetkrijt. Het was niet voor iedereen gemakkelijk om een begin te maken; het kostte sommigen wat tijd om bewust waar te nemen waar je normaal niet bij stil staat. Daarna komt de vraag van het vertalen van wat je waarneemt naar een uitdruk op papier. Zowel de beleving van de omgeving als de uitdruk daarvan zijn subjectief. Waar de een het geluid van een vrachtwagen niet eens opmerkt, vind de ander het misschien overheersend storend. En met welke vormen en kleuren geef je de aanwezigheid daarvan een plek op je sensory map?

Het openstellen van je zintuigen, waarnemen, voor jezelf definiëren wat je opmerkt en dit verduidelijken aan een ander, is natuurlijk overdraagbaar op oneindig veel situaties.

De studenten hadden een kwartier de tijd om hun sensory maps te maken, waarna we ze allemaal bij elkaar legden voor een nabespreking. Daar lag dan, op papier gevat, de collectieve, zintuiglijke beleving van één en dezelfde omgeving. Zijn er overeenkomsten of verschillen? Waar zitten die in? Kun je elkaars kaarten begrijpen? Wat valt je op aan andere kaarten?

Het was vooral interessant om te bespreken wat ze uit deze oefening kunnen meenemen naar hun studie en, in de toekomst, hun beroep. Het openstellen van je zintuigen, waarnemen, voor jezelf definiëren wat je opmerkt en dit verduidelijken aan een ander, is natuurlijk overdraagbaar op oneindig veel situaties. En wie eenmaal goed het waargenomene kan duiden en communiceren, kan zelf ook beter bewust omgevingen creëren. Of het nu gaat om een arts die niet alleen symptomen moet kunnen herkennen, maar ook een veilige, hoopvol stemmende omgeving binnen het behandeltraject moet kunnen waarborgen. Of een docent, die niet alleen moet kunnen lezen wat er speelt bij leerlingen als individuen en groepen, maar ook een stimulerende leeromgeving moet creëren. Of een productontwikkelaar…Of een eigenaar van een winkel…Of… Nou ja, waar is het eigenlijk niet van toepassing?

Tekst: Germaine Sijstermans

(Extern) Bezoek: 14 mei 2025

Een Oplossing voor Frida – Op gen Hei

Naar aanleiding van de cursus voor Interne Cultuur Coördinator (ICC’er) van Pit Cultuurwijzer vond op basisschool Op gen Hei een creatieve workshop plaats: Een Oplossing voor Frida. De vraag van school was of wij konden helpen met het ontwikkelen van een les over het gehoor waarbij er meer aandacht was voor creativiteit en het procesgericht leren. 

Tijdens de presentatie vertelden ze enthousiast over hun ideeën. Het was prachtig om te zien hoe betrokken, onderzoekend en vindingrijk de leerlingen te werk gingen

De setting was meteen pakkend: een ontploffing in het lab had Frida’s gehoor aangetast en de leerlingen kregen de opdracht haar te helpen. Met een spannend verhaal, een knuffel met verband om haar oor en geluidsexperimenten werden de leerlingen direct het verhaal ingetrokken. Ze bedachten en bouwden met eenvoudige materialen (zoals houtjes, dopjes, touw en elastiekjes) hun eigen communicatiemiddel. Daarbij werd gewerkt zonder lijm of plakband, wat het creatieve denkproces extra uitdaagde. Vervolgens maakte de leerlingen een analyse van hun prototype en gaven ze hun uitvinding een naam. 

Tijdens de presentatie vertelden ze enthousiast over hun ideeën. Het was prachtig om te zien hoe betrokken, onderzoekend en vindingrijk de leerlingen te werk gingen. Een inspirerende ochtend vol verwondering, samenwerking en oplossingsgericht denken – Frida had zich geen betere hulp kunnen wensen!

Tekst en afbeeldingen: Farah Wilbers

(Extern) Bezoek: 9 mei 2025

Marres x Conservatorium Groningen

De samenwerking met de studenten van het conservatorium in Groningen was bovengemiddeld indrukwekkend en ik deel graag met jullie waarom.

De studenten van het conservatorium Groningen gaf ik een schrijfopdracht over verborgen verhalen. Tijdens deze workshop worden ze uitgenodigd om een perspectief of verhaal te kiezen dat voor hen belangrijk is. Dit kan een persoon uit het heden of verleden zijn, een historisch figuur of een fictief personage uit een boek, serie of film. Vervolgens schrijven ze een brief aan of vanuit het perspectief van deze persoon. De opdracht is bedoeld om te reflecteren over identiteit, erfgoed en welke verhalen meer aandacht verdienen.

De nabespreking met de studenten was indrukwekkend en ontroerend. Een student schreef aan een jeugdvriend die hem altijd is blijven steunen, ook tijdens periodes waarin hij het moeilijk had. Dat ze tijdens het sporten rond hun 16e zich naar elkaar opende over gedachten en gevoelens waar ze mee zaten, en zo steun vonden bij elkaar. Waarom doen meer jongens dit niet? Dit verhaal raakte mij, niet alleen vanwege de bijzondere band, maar ook vanwege de bereidheid van deze student om dat openlijk in de groep te delen. Kwetsbaarheid onder jongens is vaak nog een taboe. 
Een andere student las zijn brief aan zijn grootvader voor. Een boer wier droom om muzikant te worden nooit is uitgekomen. In die tijd was dat helaas onmogelijk. Hij bedankte zijn opa dat ze hun liefde voor muziek konden delen. Nu hij zelf aan het conservatorium studeert, voelt hij alsof hij de muzikale erfenis van zijn grootvader mag voortzetten. Een bijzonder perspectief over de muzikale verbinding in een familie. Al met al een waardevolle reflectie op hoe erfgoed leeft binnen relaties en persoonlijke verhalen.

Wat mij opviel is hoe geëngageerd de studenten gedurende de hele dag waren. Ook hoe respectvol ze met elkaar omgingen. Om open en kwetsbaar je verhaal te kunnen doen moet je je veilig voelen.

Aan het einde van de dag was er een gezamenlijke nabespreking met de studenten, Farah Wilbers (Hoofd Educatie) en Bibice Piets (Educatie Medewerker). Wat mij opviel is hoe geëngageerd de studenten gedurende de hele dag waren. Ook hoe respectvol ze met elkaar omgingen. Om open en kwetsbaar je verhaal te kunnen doen moet je je veilig voelen. De studenten beaamde dat ze zo close zijn door hoe kleinschalig en intiem de opleiding is ingericht. Door coöperatieve projecten leren ze elkaar kennen en samenwerken. Een van de leidinggevende ontving mijn compliment met open armen omdat hij zich daar bewust voor inzet. Een dag vol verbinding en inspiratie!

Tekst: Yala Claessens

Bezoek: 25 april 2025

Marres x Dynamiek

Dit schooljaar heeft Marres samengewerkt met basisschool Dynamiek in Maastricht West. De school werkt vanuit een krachtige visie, die aansluit bij hoe wij de kinderen bij Marres Educatie willen benaderen. De vraag ‘Wie ben ik?’ heeft daarin een belangrijke plek. De school werkt met CNAL-middagen, wat staat voor Creatief, Nieuwsgierig, Actief Leren. Binnen de CNAL-middagen wordt onderwijs in samenhang gegeven voor de wereld oriënterende en creatieve vakken. Aansluitend bij het programma op school, ontwikkelde Marres verschillende workshop series die aansloten bij de thema’s die op school centraal stonden tijdens de CNAL-middagen.

Zo kwam ik gedurende het hele schooljaar verschillende keren bij alle klassen langs, om tijdens de workshop het betreffende thema vanuit een andere invalshoek te benaderen. We gebruikten daarvoor de kennis en ervaring die we hebben opgedaan tijdens het onderzoeksproject SenseSquared, een internationale samenwerking over zintuiglijk leren en het stimuleren van creativiteit.

Zo maakte ik bij het thema ‘Bouwen en Wonen’ met de groepen 3,4 en 5 een zintuiglijke wandeling om de omgeving van school te verkennen. De volgende workshop gingen de leerlingen zelf aan de slag om een gebouw te maken met door ons meegenomen materiaal, dingen als elastiekjes, ijsstokjes, kartonnen plaatjes, kralen, knopen, metaaldraad. Ze werkten in tweetallen en mochten slechts 3 materialen gebruiken, dit om hun onderzoekende houding te stimuleren en ruimte te bieden aan hun creativiteit. Plakband en lijm bleven in de kast. De kinderen bedachten zelf constructies om de materialen aan elkaar te bevestigen. Voor de meesten was dit best een uitdaging, maar gaandeweg groeide het vertrouwen en ontstonden er al uitproberend verrassende bouwwerken. Na het maakproces, beantwoorden de kinderen vragen over hun gebouw. Ze gaven het een naam en leefden zich in, hoe zou het gebouw klinken en bewegen? 



Ter afsluiting van de workshopreeks brachten de leerlingen een bezoek aan Marres, waar ze via zijn muurschilderingen en bouwwerken kennis maakten met het werk en de leefwereld van de Mexicaanse kunstenaar Alejandro Galván. En ook hier nodigden we de kinderen uit om hun hele lichaam én hun creativiteit te gebruiken, ze brachten de personages van de muurschildering tot leven en verbeelden in een eigen muurschildering hun eigen thuis.

Als ik in de hal mijn lunch zat te eten of als ik over het schoolplein liep, werd ik geregeld aangesproken door enthousiaste leerlingen: ‘Kom je vandaag bij ons?’ Of: ’Gaan we weer bouwen?’ 

Tekst en foto’s: Dagmar van Wersch