Op woensdag 26 november verzorgde Marres voor het platform Samenscholing de workshop Beschouwende Vaardigheden voor docenten. Tijdens deze workshop nam ik de deelnemers mee in een reeks praktische oefeningen om direct toe te kunnen passen in de klas.
Deze oefeningen zijn ontwikkeld tijdens het onderzoeksproject SenseSquared in samenwerking met internationale partners* en ondersteund door Erasmus+. In deze oefeningen staat een artistieke houding centraal, die vergelijkbaar is met de houding van een kunstenaar in het proces van creatie – voor zover je dat kunt generaliseren. We hebben het hier over een onderzoekende, open houding, die het onbekende omarmt en ruimte biedt voor iets nieuws.
Het gaat daarbij niet om een kennisoverdracht van docent naar leerling, maar om een gezamenlijke ervaring waarbij het leerproces meerdere richtingen uitgaat en de leerlingen ook van elkaar en de docent van de leerlingen leert. Niet de uitkomsten van dit leerproces, maar het proces zelf staat centraal; het gezamenlijk ontdekken, het stellen van vragen en het leren van elkaars zienswijzen en perspectieven. Ook de zintuiglijke ervaring komt bij alle oefeningen terug. Het maakt de deelnemers meer bewust van hun fysieke aanwezigheid en hun plek in het geheel.
Bij een van de oefeningen krijgt iedere deelnemer een stuk brooddeeg in handen, om goed door te kneden. Ondertussen vormen mijn handen van het deeg een croissant en vertel ik de groep mijn persoonlijke broodverhaal. Bij ons thuis was het vroeger een traditie om op zondag croissantjes te eten. Of ik nou bij mijn vader of bij mijn moeder was, op zondag aten we croissants. Altijd. Ik was dan ook erg verbaasd toen ik als achtjarige een weekend bij mijn neefje en nichtje ging logeren en er op zondag geen croissants waren! De andere deelnemers vertellen elkaar twee aan twee hun eigen broodverhaal, terwijl ook hun handen van het deeg het soort brood vormt dat bij het verhaal past.
Na afloop praten we na en wisselen ervaringen uit. Wat kunnen we de kinderen en jongeren aan ervaringen meegeven? Hoe kunnen we in onze werkwijze aanvullend zijn aan het reguliere aanbod op scholen? De zintuiglijke ervaring en het lichaamsbewustzijn betrekken bij het leren – zoals we bij de oefeningen hebben gedaan -, is de deelnemers goed bevallen en in veel gevallen iets dat ze zelf al vaker deden. Bijvoorbeeld door te bewegen, te onderzoeken en verschillende perspectieven te gebruiken. Deze manier van werken kan bijdragen aan een sense of belonging. Wie ben ik? En hoe verhoud ik mij tot mijn omgeving?
Ook ruimte voor de verbeelding vinden de deelnemers belangrijk bij het vormgeven van hun lessen en workshops, het opent nieuwe werelden. Als kinderen in contact komen met hun eigen fantasie, met hun eigen verhalen en interesses, raken ze betrokken en meer gemotiveerd. Bovendien laat het zien dat iedereen anders is, er is geen goed of fout. Ook bespraken we de waarde van het gebruik van een ritueel in de klas, bijvoorbeeld door herhaaldelijk de klas setting te veranderen en daar een handeling met betekenis aan toe te voegen. Rituelen, zoals het maken van een cirkel met de groep, kunnen ondersteunend zijn bij het ontwikkelen van een artistieke houding. Ze kunnen verbindend werken en heel waardevol zijn, als de persoonlijke uitkomst door de groep wordt erkend.
In het gezamenlijk onderzoeken en het delen van ervaringen, is iedere ervaring er een die telt en bijdraagt aan de groep als geheel. Mijn beleving is dat deze manier van werken mij bij mezelf brengt (Wat ervaar ik? / Hoe is dat voor mij? / Waar sta ik?) én me verbind met de groep en het grotere geheel. Een waardevolle ervaring! Dank aan de deelnemende docenten voor het delen van jullie verhalen. Ik hoop dat jullie belichaamde kennis veel kinderen en jongeren bereikt.
*Musica Impulscentrum (BE), Companhia de Música Teatral (PT), Sisters Hope (DK), Universiteit van Stavanger (NO) en Maastricht University (NL)
Tekst: Dagmar van Wersch
Bezoek docenten: 26 november 2025



