Richting het einde van het studiejaar 2024-2025 is Marres benaderd om workshops te geven aan studenten van Fontys Hogeschool Eindhoven en Tilburg. Het ging hierbij om een groep studenten die niet (meer) zeker zijn over hun studiekeuze en vanuit Fontys handvaten ter (her)oriëntatie aangeboden kregen. Onderdeel van dit aanbod waren drie workshops gegeven door Marres-docenten: Het Broodverhaal (Dagmar van Wersch), De Onzichtbare Collectie (Bibice Piets) en Sensory Mapping door mijzelf. Alle studenten hebben deelgenomen aan alle workshops.
Voor Sensory Mapping nam ik de studenten op die zonnige dag mee naar buiten; ze namen deel in groepen van 10-15 personen. Op de Fontys Campus in Eindhoven bevindt zich tussen de gebouwen een natuurrijke binnenplaats met bomen, perken en veel mogelijkheden om je samen of alleen terug te trekken. Hier kregen de studenten de opdracht om, zonder woorden te gebruiken, in kaart te brengen wat ze in die omgeving zintuiglijk waarnamen. De vraag was om voor geur, geluid, voelen en zien minstens één ding uit de omgeving op te nemen in de sensory map. Ze werden gestimuleerd om vooral niet meteen van het visuele uit te gaan, maar te beginnen door de ogen te sluiten. Wat neem je dan nog waar van je omgeving?
De studenten konden gebruik maken van papier, stiften en vetkrijt. Het was niet voor iedereen gemakkelijk om een begin te maken; het kostte sommigen wat tijd om bewust waar te nemen waar je normaal niet bij stil staat. Daarna komt de vraag van het vertalen van wat je waarneemt naar een uitdruk op papier. Zowel de beleving van de omgeving als de uitdruk daarvan zijn subjectief. Waar de een het geluid van een vrachtwagen niet eens opmerkt, vind de ander het misschien overheersend storend. En met welke vormen en kleuren geef je de aanwezigheid daarvan een plek op je sensory map?
Het openstellen van je zintuigen, waarnemen, voor jezelf definiëren wat je opmerkt en dit verduidelijken aan een ander, is natuurlijk overdraagbaar op oneindig veel situaties.
De studenten hadden een kwartier de tijd om hun sensory maps te maken, waarna we ze allemaal bij elkaar legden voor een nabespreking. Daar lag dan, op papier gevat, de collectieve, zintuiglijke beleving van één en dezelfde omgeving. Zijn er overeenkomsten of verschillen? Waar zitten die in? Kun je elkaars kaarten begrijpen? Wat valt je op aan andere kaarten?


Het was vooral interessant om te bespreken wat ze uit deze oefening kunnen meenemen naar hun studie en, in de toekomst, hun beroep. Het openstellen van je zintuigen, waarnemen, voor jezelf definiëren wat je opmerkt en dit verduidelijken aan een ander, is natuurlijk overdraagbaar op oneindig veel situaties. En wie eenmaal goed het waargenomene kan duiden en communiceren, kan zelf ook beter bewust omgevingen creëren. Of het nu gaat om een arts die niet alleen symptomen moet kunnen herkennen, maar ook een veilige, hoopvol stemmende omgeving binnen het behandeltraject moet kunnen waarborgen. Of een docent, die niet alleen moet kunnen lezen wat er speelt bij leerlingen als individuen en groepen, maar ook een stimulerende leeromgeving moet creëren. Of een productontwikkelaar…Of een eigenaar van een winkel…Of… Nou ja, waar is het eigenlijk niet van toepassing?
Tekst: Germaine Sijstermans
(Extern) Bezoek: 14 mei 2025
